Configuratie HOWTO
Guido
``goccia''
Gonzato
ggonza@tin.it
Vertaald door:Ellen
Bokhorst
bokkie@nl.linux.org
Versie 1.99.7. 6 november 2001.
v1.99.7
06-11-2001
gg
DocBook tags bijgewerkt en gecorrigeerd.
v1.99.6
31-08-2000
gg
Deze HOWTO richt zich op het sneller en makkelijker fijnafstemmen van
je nieuw geïnstalleerde Linux box. Je treft hierin een set
configuratietips aan voor de meest gebruikelijke applicaties en services.
Introductie
Waarom deze HOWTO
Huidige distributies benaderen thans de perfectie, maar wat fijnafstemming
is nog steeds nodig. Veel nieuwe gebruikers zijn geïntimideerd
door de schijnbare complexiteit van een Linux systeem, en als gevolg
daarvan bemerkte ik dat steeds weer dezelfde vragen opdoken in c.o.l.setup.
Om te proberen iets aan deze situatie te doen en voor mijn eigen gemak,
schreef ik een te-doen lijst die uiteindelijk tot deze HOWTO uitgroeide.
Je vindt hierin configuratietips en voorbeelden voor de meest gebruikelijke
applicaties, programma's en services die je een tamelijke hoeveelheid
tijd en werk zouden kunnen besparen.
Ik realiseer me dat deze HOWTO nogal rondom RedHat is gecentreerd.
Thans heb ik alleen toegang tot Red Hat en Mandrake machines, kernels
variërend van 2.0.36 tot 2.2.15; dus bestempel mijn tips niet als
heilig als je andere distributies hebt. Eerdere versies van deze HOWTO
voorzagen in wat informatie voor SuSE, Debian en Caldera; maar aangezien
ik niet langer toegang hebt tot die machines, kan ik de details niet
bijgewerkt houden. Geen informatie is nog altijd beter dan niet accurate
informatie, dus het is aan jou om mijn tips aan jouw distributie aan
te passen.
Deze HOWTO kan anderen niet vervangen en daarvoor is het ook niet bedoeld.
Het lezen van docs en HOWTO's betaalt zich altijd terug, dus het is
van harte aan te bevelen dat je dit doet als je meer wilt leren.
Als je je realiseert dat je
iets niet begrijpt, raadpleeg dan alsjeblieft de relevante HOWTO.
Laat me je eraan herinneren dat de juiste plaats voor het zoeken naar
hulp over de Linux configuratie Usenet is, d.w.z.
news:comp.os.linux.setup.
Zoek alsjeblieft geen hulp bij mij, want ik ben
al tamelijk overbelast.
De officiële plaats voor dit document, waar tevens alle andere
HOWTO's worden gehost waarnaar ik refereer en een aantal vertalingen,
is http://www.linuxdoc.org
.
Wat we zullen gaan configureren
Er zijn eindeloos veel hardwareconfiguraties voor een PC, maar mijn
ervaring is dat er één zeer algemeen is: een PC voorzien
van een grote HD die in drie partities is opgesplitst (één
partitie voor DOS/Windows, één voor Linux en
één voor swap), een geluidskaart, een modem, een CD-ROM station,
een printer en een muis. Ook een parallelle poort Zip Drive komt veel voor.
Deze machine maakt mogelijk onderdeel uit van een gemengd Windows-Linux
netwerk, waar het fungeert als server.
Ik veronderstel dat dit de hardware is die je wilt configureren, maar
het is eenvoudig om de hierna volgende tips aan te passen voor andere
configuraties. Er wordt impliciet verondersteld dat je root zult zijn
tijdens het bewerken/corrigeren/hacken.
En stroop nu je mouwen maar op jongens.
Algemene systeemsetup
Een paar woorden over beveiliging
Nog voordat je je systeem boot, zou je moeten besluiten welk
beveiligingsniveau je wilt implementeren. Verbind je machine niet met
het netwerk totdat je hebt besloten wat je zult gaan doen.
Beveiliging is een veelomvattend onderwerp dat buiten het kader van
deze HOWTO valt; twee goede uitgangspunten zijn de
Linux Security Administrator's Guide
http://www.securityportal.com/lasg en de Linux
Security Guide
http://nic.com/~dave/SecurityAdminGuide/index.html
. Neem op z'n minst de volgende stappen in overweging:
gebruik shadow passwords (Shadow Password HOWTO), beperk de netwerktoegang
tot de machine (Sectie ), gebruik van de
Secure Shell (http://www.openssh.org
) of het Secure Remote Password (
http://srp.stanford.edu/srp/). Veel succes.
Begin een logboek!
Om je installatie in vorm te houden, is het van
essentieel belang dat je exact weet wat er met
je machine gebeurde, welke packages je die dag installeerde, wat je
verwijderde of aanpaste, enzovoort. Dus het eerste dat je gaat doen
voordat je met je vingers aan je machine zit is een ``logboek''
beginnen. Daarin vermeld je alle stappen die
je als root uitvoert; in mijn eigen logboek houd ik ook een sectie
bij waarin ik alle gewijzigde systeembestanden opsom en extra .rpms
en .tar.gz die ik installeerde. In de meest optimale situatie zouden
de stappen die je nam je terug moeten kunnen voeren naar een
nieuwe installatie.
Maak een backup van de systeembestanden die je wijzigt. Nog beter:
gebruik RCS; je zult alle wijzigingen terug kunnen halen. Werk nooit
als root zonder je stappen te loggen!
Toetsenbord
Als je deze stap tijdens de installatie hebt misgelopen of je
toetsenbord is gewijzigd, dan moet je:
zoeken naar een passende toetsenbordtabel beginnend in
/usr/lib/kbd/keymaps/i386;
querty/it-latin1.kmap.gz bijvoorbeeld biedt
ondersteuning voor het Italiaanse toetsenbord;
bewerk het bestand /etc/sysconfig/keyboard zodat
er in komt te staan:
KEYTABLE="it-latin1";
voor het instellen van de repeteersnelheid en vertragingstijd van je
toetsenbord voeg je deze regel toe aan
/etc/rc.d/rc.sysinit:
/sbin/kbdrate -s -r 16 -d 500 # of wat je maar wilt
Voor het laden van de toetsentabel voer je uit
/etc/rc.d/init.d/keytable start
Andere speciale toetsen zullen in de volgende secties worden behandeld.
Voeg de volgende regels toe aan
/etc/rc.d/rc.sysinit om standaard NumLock te activeren:
for tty in /dev/tty[1-9]*; do
setleds -D +num < $tty
done
Normaal gesproken kan de Linux console geen onderscheid maken tussen,
stel, de pijltjestoets en de shift-toets in combinatie met de pijltjestoets,
maar een aantal applicaties (namelijk de editor )
doet dit wel. Normaal gesproken zijn deze toetsendefinities alleen in
xterm beschikbaar. De volgende toetsindeling, die je tijdens het
booten kunt kiezen is erg handig:
# Laad deze toetsindeling met: loadkey shift.map
# Shift + Up
shift keycode 103 = F100
string F100 = "\033[a"
# Shift + Left
shift keycode 106 = F101
string F101 = "\033[c"
# Shift + Right
shift keycode 105 = F102
string F102 = "\033[d"
# Shift + Down
shift keycode 108 = F103
string F103 = "\033[b"
# Ctrl + Ins
control keycode 110 = F104
string F104="\033[2^"
# Shift + Ins
shift keycode 110 = F105
string F105="\033[2$"
# Shift + PgUp
shift keycode 104 = F106
string F106 = "\033[5$"
# Shift + PgDn
shift keycode 109 = F107
string F107 = "\033[6$"
# Shift + Home
shift keycode 102 = F108
string F108 = "\033[1$"
# Shift + End
shift keycode 107 = F109
string F109 = "\033[4$"
# Shift + Del
shift keycode 111 = F110
string F110 = "\033[3$"
# Ctrl + Del
control keycode 111 = F111
string F111 = "\033[3^"
Boot en Rescue diskette
Maak een paar bootdiskettes van je nieuw geïnstalleerde systeem.
Het kan zijn dat er in je distributie een opdracht is opgenomen voor
het aanmaken van een dergelijke diskette (stel
mkbootdisk of iets dergelijks); zo niet, dan
kun je de volgende opdrachten gebruiken:
#~ dd if=/boot/vmlinuz-2.0.36-0.7 of=/dev/fd0 # gebruik je kernelimage
#~ rdev /dev/fd0 /dev/hda2 # je Linux root partitie
Zorg ook dat je op z'n minst een paar rescue diskettes klaar hebt liggen.
Er is een grote keuze uit rescue diskettes op
ftp://metalab.unc.edu/pub/Linux/system/recovery ; als
je niet weet elke je moet kiezen, raad ik je aan Tomsbtrt te proberen.
De homepage ervan is te vinden op http://www.toms.net/rb
. Het is behoorlijk compleet, maar het lijkt in eerste
instantie of er een aantal utility's ontbreken;
bijvoorbeeld: ftp staat er niet op, maar daarvoor
in de plaats krijg je nc (netcat).
Lees alsjeblieft de bijbehorende documentatie.
Console kleuren
Waarom zou je de Linux console wit op zwart blijven houden? Met de opdracht
setterm kun je uit mooiere combinaties kiezen:
setterm -background blue -foreground red -bold on -store
Typ setterm op zichzelf voor een lijst met argumenten.
Kernel kwesties
IMHO, het eerste wat je zou moeten doen is het bouwen van een kernel
die het beste past bij je systeem. Het is zeer simpel uit te voeren.
Raadpleeg in elk geval het
README bestand in /usr/src/linux/
of de Kernel HOWTO. Hints:
Neem zorgvuldig in overweging wat je nodig hebt. Het uitkiezen van een
kernelconfiguratie, het toepassen van de patches en het voor eens en
voor altijd compileren is productiever dan de kernel elke maand
opnieuw configureren en compileren; dit geldt vooral als je
Linux box een server is. Vergeet geen ondersteuning voor alle hardware
op te nemen die je in de toekomst naar alle waarschijnlijkheid toe
zult voegen (zoals b.v. SCSI, Zip, netwerkkaarten, enz.); het gebruik
van modules is gewoonlijk de beste keuze;
notebook gebruikers: als je van plan bent een PCMCIA modem/fax te gaan
gebruiken, denk er dan aan seriële ondersteuning
in de kernel te compileren. Compileer het niet als
een module, aangezien dit een complexere configuratie vereist;
denk er aan alles wat je nodig hebt te compileren; d.w.z. vergeet de
pcmcia modules niet, of de ALSA geluidsdrivers;
om voor de volgende keer dat je de kernel herconfigureert en
hercompileert tijd te besparen is het een goed plan om je configuratie
in een bestand te bewaren en het op een veilige plaats te bewaren.
Als je bij het upgraden van de kernel ``make oldconfig'' gebruikt,
zal je oude configuratiebestand worden genomen en van niet opgenomen features
zal worden gevraagd op ze moeten worden opgenomen, wat resulteert in een
nieuw bijgewerkt configuratiebestand.
Hard Disk Performance
Je (E)IDE hard disk's performance kan enorm worden verbeterd door
zorgvuldig gebruik te maken van
hdparm(8). Als het niet in je distributie is
opgenomen, dan kun je het vinden op
ftp://metalab.unc.edu/pub/Linux/system/hardware ; zoek
naar een bestand genaamd hdparm-X.Y.tar.gz.
Aangezien veel details afhankelijk zijn van je harddisk en HD-controller
kan ik je geen algemeen recept geven. Je riskeert het roosteren van
je bestandssysteem, dus
lees de manpage zorgvuldig door voor je
een aantal opties gaat gebruiken. Op z'n eenvoudigst zou je de volgende
regel toe kunnen voegen aan /etc/rc.d/rc.sysinit:
/sbin/hdparm -c1 /dev/hda # eerste IDE drive verondersteld
waarmee (E)IDE 32-bit I/O ondersteuning wordt geactiveerd.
Wat betreft de optie `-m' mailde de auteur van
hdparm me:
(...) als je systeem gebruik maakt van componenten van de afgelopen
paar jaar [< 1997], dan is er niets aan de hand. Er *kan* een
probleem optreden (onwaarschijnlijk) wanneer ouder dan dat. De echte
fouten bevattende chips waren de CMD0646 en RZ1000 chips, die *veelvuldig*
op 486 en (de oudere) 586 moederborden werden gebruikt.
Op recente machines zullen deze instellingen prima werken:
/sbin/hdparm -c1 -A1 -m16 -d1 /dev/hda
Parallelle poort Zip Drive
In geleverde kernels is de driver voor zowel de oude (ppa) als de nieuwe
(imm) Zip drives opgenomen. Zorg dat SCSI ondersteuning en SCSI
diskondersteuning zijn geactiveerd wanneer je de kernel hercompileert.
Denk er aan dat er conflicten op kunnen treden tussen de printer en
de Zip-drive als ze op dezelfde parallelle poort zijn aangesloten. Daarom
kun je beter gebruik maken van kernelmodules.
Zipdisks worden voorgeformatteerd verkocht op partitie
/dev/sda4. Om de Zip te activeren, voeg je dit
toe aan /etc/rc.d/rc.sysinit:
# Activeer de Zipdrive
/sbin/modprobe ppa # imm voor recente modellen
Zipdisks kunnen via /etc/fstab worden gemount
zoals hieronder wordt getoond, of via Mtools door deze regel
toe te voegen aan /etc/mtools.conf:
drive z: file="/dev/sda4" exclusive
bovendien, kun je met de opdracht mzip Zipdisks
uitwerpen, de status ervan ondervragen, en ze met een wachtwoord
beveiligen; zie man mzip voor details.
De homepage van mtools is te vinden op
http://linux.wauug.org/pub/knaff/mtools.
Device Drivers
Devices in /dev (of beter, links naar de werkelijke
devicedrivers) kunnen ontbreken. Kijk na met welke device je muis,
modem en CD-ROM drive correspondeert en voer dan het volgende uit:
~# cd /dev
/dev# ln -s ttyS0 mouse; ln -s ttyS1 modem; ln -s hdb cdrom; ln -s sda4 zip
Bij de meeste notebooks is /dev/psaux het device
voor de muis: houd hier bij het configureren van X11 rekening mee.
Als je dit wilt, kun je een chmod 666 uitvoeren
op deze devices zodat ze volledig toegankelijk zijn voor elke gebruiker.
Geluidskaart
Mijn desktop PC is uitgerust met een oude Sound Blaster 16; ook al
heb je iets anders, dan kun je het volgende als richtlijn nemen.
Ik compileerde de ondersteuning voor de geluidskaart als een module
(sb.o). Vervolgens plaatste ik dit in
/etc/conf.modules:
options sb io=0x220 irq=5 dma=1 dma16=5 mpu_io=0x330
alias sound sb
Zorg dat modprobe sound vanuit
/etc/rc.d/rc.sysinit wordt aangeroepen als je
het geluid wilt activeren. Als alternatief kun je de tool
sndconfig van de RedHat site ophalen.
Buiten de standaard kernel geluidsdrivers, zijn de Alsa drivers
(
http://www.alsa-project.org) een uitstekende keuze.
Vreemd genoeg echter, zijn de geluidskanalen standaard onderdrukt.
Je kunt aumix en deze /etc/aumixrc
gebruiken om het volume op 100% in te stellen:
vol:100:100:P
synth:100:100:P
pcm:100:100:P
line:100:100:P
mic:100:100:R
cd:100:100:P
Loginmeldingen
Controleer of /etc/rc.d/rc.local
/etc/issue en /etc/motd
overschrijft als je de loginmeldingen aan wilt passen.
(RedHat doet dit.) Haal je editor voor de dag als dit zo is.
Als je een gekleurde loginmelding wilt, dan kun je
het bestand rc.local aanpassen door er
regels in te voegen als:
# plaats een echt escape teken in plaats van ^[. Dit doe je zo:
# emacs: ^Q ESC vi: ^V ESC joe: ` 0 2 7 jed: ` ESC
ESC="^[" # een echt escape teken
BLUE="$ESC[44;37m"
NORMAL="$ESC[40;37m"
CLEAR="$ESC[H$ESC[J"
> /etc/issue
echo "$CLEAR" >> /etc/issue
echo "$BLUE Welkom op MijnServer (192.168.1.1) " >> /etc/issue
echo "$NORMAL " >> /etc/issue
echo "" >> /etc/issue
Hostnaam
Uitvoeren van de opdracht hostname new_host_name is
wellicht niet genoeg.
Om het geduchte vastlopen van
sendmail te voorkomen, volg je de volgende stappen
(geldt alleen voor een standalone machine):
bewerk /etc/sysconfig/network en wijzig de
hostnaam in dit bestand
(b.v. nieuwe_host_naam.je_domein);
bewerk /etc/HOSTNAME dienovereenkomstig:
voeg als volgt de nieuwe hostnaam toe aan het bestand
/etc/hosts:
127.0.0.1 localhost nieuwe_host_naam.je_domein
Mouse
gpm mouse services zijn handig om knip en plak
bewerkingen in tty modi uit te voeren, en voor gebruik van de muis
in een aantal toepassingen. Zorg dat je een bestand
/etc/sysconfig/mouse hebt met de inhoud:
MOUSETYPE="Microsoft"
XEMU3=yes
Bovendien heb je het bestand /etc/rc.d/init.d/gpm nodig,
waarin je extra opdrachtregelparameters plaatst. In de mijne staat:
...
daemon gpm -t $MOUSETYPE -d 2 -a 5 -B 132 # twee-knops muis
...
Zorg uiteraard wel dat deze configuratie juist is voor je type muis.
Bij de meeste notebooks is het type muis
MOUSETYPE een ``PS/2''.
Als je met behulp van de Ctrl-knop graag gebruik maakt van menu's onder
de console dan configureer je
gpm-root. Bewerk het standaardmenu in
/etc/gpm-root.conf, en start dan
gpm-root vanuit
/etc/rc.d/rc.local op.
Mount Points
Mountpoints voor diskettes, NFS geëxporteerde directory's en
andere devices zijn altijd handig. Je kunt bijvoorbeeld het volgende doen:
~# cd /mnt; mkdir floppy cdrom win zip server
Hiermee worden mountpoints voor een DOS/Win diskette, een CD-ROM, een
Windows partitie, een parallelle poort Zipdrive en een NFS directory
aangemaakt.
Wijzig nu het bestand /etc/fstab en voeg de volgende
regels toe:
/dev/fd0 /mnt/floppy auto user,noauto 0 1
/dev/cdrom /mnt/cdrom iso9660 ro,user,noauto 0 1
/dev/zip /mnt/zip vfat user,noauto,exec 0 1
/dev/hda1 /mnt/win vfat user,noauto 0 1
server:/export /mnt/server nfs defaults
Uiteraard moet je in het eerste veld gebruik maken van het juiste device.
Met het bestandstype `auto' op de eerste regel kun je zowel ext2 als
vfat (DOS/Windows) diskettes mounten, maar je hebt hiervoor een recente
versie van mount nodig.
Wellicht vind je mtools comfortabeler.
Automount
Als je het mounten/unmounten niet prettig vindt, overweeg dan het
gebruik van autofs(5). Je geeft de autofs daemon
op wat het automatisch moet mounten en waar het met een bestand
moet beginnen in /etc/auto.master.
De structuur ervan is simpel:
/misc /etc/auto.misc
/mnt /etc/auto.mnt
In dit voorbeeld gaf je autofs op de media automatisch op
/misc en /mnt te mounten, waarbij
de mountpoints in /etc/auto.misc en
/etc/auto.mnt zijn opgegeven. Een voorbeeld
/etc/auto.misc:
# een NFS export
server -ro my.buddy.net:/pub/export
# verwijderbare media
cdrom -fstype=iso9660,ro :/dev/hdb
floppy -fstype=auto :/dev/fd0
Start de automounter. Van nu af aan zal een niet bestaand mountpoint
/misc/cdrom worden aangemaakt wanneer je
de CD-ROM probeert te benaderen en zal de CD-ROM worden gemount.
lilo(8) en LOADLIN.EXE
Veel gebruikers draaien zowel Linux als DOS/Windows op hun PC, en
willen tijdens het booten kunnen kiezen welk os ze zullen gaan gebruiken;
dit zou tijdens de installatie moeten zijn geconfigureerd, maar mocht
dit niet gebeurd zijn, voer dan de hieronder volgende stappen op.
Stel dat op /dev/hda1 DOS/Windows is geïnstalleerd
en op /dev/hda2 Linux.
~# fdisk
Gebruik /dev/hda als standaarddevice!
Command (m for help):a
Partition number (1-4): 2
Command (m for help):w
~#
Dit maakt de Linux partitie bootable. Schrijf dan dit basis
/etc/lilo.conf bestand:
boot = /dev/hda2
compact # kan een conflict geven met "linear"
delay = 100 # 10 seconden
linear # elimineer het "1024 cylinder" probleem
#lba32 # alternatief
message = /boot/bootmesg.txt # schrijf er zelf een, als je wilt
root = current
image = /boot/vmlinuz # boot standaard linux als dit het eerste record is
label = linux
read-only
# append="mem=128M" # voor meer dan 64M geheugen
other = /dev/hda1
table = /dev/hda
label = win
Geef nu de opdracht /sbin/lilo. Het wordt je hoe
dan ook aangeraden de documentatie van lilo
te lezen, aangezien het een cruciaal deel van de installatie is.
Om Linux vanuit DOS/Windows te booten zonder de computer te resetten,
plaats je LOADLIN.EXE in een directory (in de DOS
partitie!) welke in het DOS-path is opgenomen; kopieer dan je kernel
naar bv C:\TEMP\VMLINUZ. Met het volgende
simpele .BAT bestand kun je dan Linux booten:
rem linux.bat
smartdrv /C
loadlin c:\temp\vmlinuz root=/dev/hda2 ro
Bij het opstarten vanuit Windows 9x, stel je de eigenschappen van dit
.BAT bestand zo in, dat het in MS-DOS modus wordt
opgestart.
Beveiligingstip
Je doet er verstandig aan een backup van je MBR te maken voordat je
Linux installeert.
Bereid een Windows rescue diskette voor, en zorg dat je hier
FDISK.EXE op plaatst.
Voor het terugzetten van de MBR, geef je de opdracht
A:\> fdisk /mbr
Printer Configuratie (lpd)
Alle distributies die ik ken hebben een configuratietool voor het
instellen van de printer (printtool,
yast, of magicfilter);
mocht je het niet hebben, dan volgt hier een handmatige basisinstallatie.
Stel dat je een niet-PostScript printer hebt (ook niet ``Windows-only''!)
welke je wilt gebruiken om gewone tekst zonder opmaak af te drukken
(b.v., C bronbestanden) en PostScript bestanden via Ghostscript, waarvan
wordt verondersteld dat dit reeds is geïnstalleerd.
Het instellen van de printer bestaat uit een paar stappen:
zoek uit wat het parallelle printdevice is: probeer
~# echo "hello, world" > /dev/lp0
~# echo "hello, world" > /dev/lp1
en houd in de gaten welke werkt.
maak twee spooldirectory's aan:
~# cd /var/spool/lpd
/var/spool/lpd/# mkdir raw; mkdir postscript
als je printer het ``trapsgewijze effect'' vertoont (dat doen de meeste
inkjet-printers) dan heb je een filter nodig.
Probeer twee regels af te drukken met
~# echo "eerste regel" > /dev/lp1 ; echo "tweede regel" > /dev/lp1
en ziet de uitvoer er uit als:
eerste regel
tweede regel
sla dan dit script op als /var/spool/lpd/raw/filter:
#!/bin/sh
# Dit filter elimineert het "trapsgewijze effect"
awk '{print $0, "\r"}'
en maak het uitvoerbaar met chmod 755
/var/spool/lpd/raw/filter.
maak een filter voor PostScript emulatie. Schrijf het volgende filter weg als
/var/spool/lpd/postscript/filter:
#!/bin/sh
DEVICE=djet500
RESOLUTION=300x300
PAPERSIZE=a4
SENDEOF=
nenscript -TUS -ZB -p- |
if [ "$DEVICE" = "PostScript" ]; then
cat -
else
gs -q -sDEVICE=$DEVICE \
-r$RESOLUTION \
-sPAPERSIZE=$PAPERSIZE \
-dNOPAUSE \
-dSAFER \
-sOutputFile=- -
fi
if [ "$SENDEOF" != "" ]; then
printf "\004"
fi
(in dit voorbeeld wordt uitgegaan van een HP DeskJet printer. Pas het aan voor
je eigen printer).
voeg tenslotte de volgende records toe aan /etc/printcap:
# /etc/printcap
lp|ps|PS|PostScript|djps:\
:sd=/var/spool/lpd/postscript:\
:mx#0:\
:lp=/dev/lp1:\
:if=/var/spool/lpd/postscript/filter:\
:sh:
raw:\
:sd=/var/spool/lpd/raw:\
:mx#0:\
:lp=/dev/lp1:\
:if=/var/spool/lpd/raw/filter:\
:sh:
Voor complexere of exotische afdrukconfiguraties, ligt de Printing-HOWTO
je op te wachten.
Let er bij het gebruik van printtool op, dat het
GSDEVICE dat door Printtools wordt gekozen wel zal werken, maar dat dit
niet noodzakelijkerwijs het beste is voor je printer. Wellicht dat je
wat wilt uitproberen met het bestand postscript.cfg;
ik veranderde bijvoorbeeld het GSDEVICE van
cdj500 in djet500 en nu
komen mijn afdrukken er veel sneller uit.
SVGATextMode
Dit utility beschikbaar vanaf
ftp://tsx-11.mit.edu/pub/linux/sources/sbin, is handig
voor het wijzigen van de schermresolutie, het lettertype en vorm van de
cursor voor onder de console. Gebruikers wiens taal geaccentueerde tekens
bevat zullen deze in console-applicaties kunnen gebruiken, terwijl
gebruikers van een notebook de vorm van de cursor aan kunnen passen om
het zichtbaarder te maken.
Bewerk /etc/TextConfig of
/etc/TextMode, te beginnen met de standaard
VGA-definitie. Europeanen zullen blij zijn met deze
``LoadFont'' sectie:
Option "LoadFont"
FontProg "/usr/bin/setfont"
FontPath "/usr/lib/kbd/consolefonts"
FontSelect "lat1u-16.psf" 8x16 9x16 8x15 9x15
FontSelect "lat1u-14.psf" 8x14 9x14 8x13 9x13
FontSelect "lat1u-12.psf" 8x12 9x12 8x11 9x11
FontSelect "lat1u-08.psf" 8x8 9x8 8x7 9x7
Probeer zodra je hiermee klaar bent, je configuratie met een opdracht als
SVGATextMode "80x34x9", en als alles in orde lijkt
te zijn, verwijder je de waarschuwingsmeldingen uit
/etc/TextMode en voeg je de volgende regel toe aan
etc/rc.d/rc.sysinit:
# SVGATextMode
/usr/sbin/SVGATextMode "80x34x9"
De blokcursor werkt slechts in een paar modi; op mijn notebook is dat "80x30x9".
Algemene beheertaken
Hier begint de pret. Deze sectie is nogal rondom netwerken gecentreerd,
er staan je echter nog veel andere taken te wachten.
Netwerken is een veelomvattend onderwerp wat hier niet volledig kan worden
behandeld. De referentie hiervoor is de NET-3 HOWTO en de meeste distributies
voorzien in documentatie over het instellen van netwerkservices. Slechts een
paar punten zullen hier worden aangehaald.
Een beknopte lijst met services die je wellicht wilt installeren: cron en
getimede taken zoals calendar of reminder, Http, Samba, telnet/ssh toegang,
anonymous ftp, POP/IMAP server, NFS...
Netwerkconfiguratie
Maak je geen zorgen als je netwerkkaart tijdens het installeren niet werd
herkend: in de meeste gevallen is het of een NE2000 of een 3c59x compatibele
kaart. Geef de opdracht modprobe ne of
modprobe 3c59x en kijk of de relevante module is
geladen. Voeg dan deze regel toe aan /etc/conf.modules:
alias eth0 ne # of 3c59x
Nu ben je zover dat je netcfg of een vergelijkbaar
hulpmiddel kunt gaan gebruiken om de netwerkconfiguratie op te zetten.
De van toepassing zijnde bestanden zijn
/etc/HOSTNAME, etc/hosts,
/etc/resolv.conf,
/etc/sysconfig/network, en
/etc/sysconfig/network-scripts/ifcfg-eth0; services
zouden met scripts in /etc/rc.d/init.d moeten worden
gestart.
Dit is een voorbeeld etc/hosts:
127.0.0.1 localhost
192.168.1.1 paleo.eocene.net paleo
192.168.1.2 nautilus.eocene.net nautilus
Dit is /etc/resolv.conf:
search df.unibo.it,eocene.net
nameserver 195.210.91.100
Dit is /etc/sysconfig/network (Red Hat-afhankelijk):
NETWORKING=false
FORWARD_IPV4=true
HOSTNAME=nautilus.eocene.net
DOMAINNAME=eocene.net
En tenslotte /etc/sysconfig/network-scripts/ifcfg-eth0.
Ook deze is Red Hat afhankelijk; het moet uitvoerbaar zijn.
DEVICE=eth0
IPADDR=192.168.1.2
NETMASK=255.255.255.0
NETWORK=192.168.1.0
BROADCAST=192.168.1.255
ONBOOT=no
Alhoewel de feitelijke methode van je distributie om netwerkservices te
starten veel complexer kan zijn, zou het volgende script voldoende moeten
zijn om mee te beginnen:
#!/bin/sh
# net-up.sh: set up network access
DEVICE=eth0
IPADDR=192.168.1.100
NETMASK=255.255.255.0
NETWORK=192.168.1.0
GATEWAY=192.168.1.1
ifconfig $DEVICE $IPADDR netmask $NETMASK up
route add -net $NETWORK netmask $NETMASK $DEVICE
route add default gw $GATEWAY
Als je netwerkexperimenten uit wilt voeren met het loopback interface,
hoef je slechts de volgende opdrachten te geven:
ifconfig lo 127.0.0.1
route add -host 127.0.0.1 lo
Dit script is handig voor het activeren van netwerktoegang wanneer je een
rescue disk gebruikt. Uiteraard laat dit je slechts naar de buitenwereld
pingen, ftp-en en telnetten; het zal geen daemon opstarten.
Netwerk voor Notebooks
Wanneer je de netwerk PC-kaart inplugt, zal het script
/etc/pcmcia/network worden uitgevoerd.
Hier is alleen een juist ingesteld
/etc/sysconfig/network-scripts/ifcfg-eth0 bestand
voor nodig.
Het instellen van het netwerk kan echter wat lastiger worden. Feitelijk
moet je de juiste instellingen leveren voor elk netwerk waar je een
verbinding mee opzet, als ook de instellingen voor het notebook wanneer
er geen verbinding tot stand wordt gebracht.
IK stelde een grove maar functionele oplossing samen. Ik gebruik mijn
notebook als een stand-alone machine, maakte een verbinding met het net
via PPP; thuis met IP-adres 192.168.1.2; en op de universiteit IP 137.204.x.y.
Dus creërde ik een set configuratiebestanden voor elk netwerk; deze
bewaarde ik allemaal in /etc/mobnet. Vervolgens gebruik
ik een script om de werkomgeving te selecteren. Als voorbeeld hier een
/etc/mobnet/home.cfg:
# /etc/mobnet/home.conf
HOSTNAME=nautilus.eocene.net # volledige hostnaam
DOMAINNAME=eocene.net # je domein
IPADDR=192.168.1.2
NETMASK=255.255.255.0
NETWORK=192.168.1.0
BROADCAST=192.168.1.255
GATEWAY=192.168.1.1
FORWARD_IPV4=true
NAMESERVER=195.210.91.100 # vereist
SEARCH=df.unibo.it,eocene.net # optioneel
SERVICES="inet httpd smb sshd"
Dit is mnet, het script dat ik gebruik om het
netwerkprofiel te kiezen:
#!/bin/sh
# mnet: script om de "mobiele netwerk" configuratie in te stellen
# Laatst gewijzigd: 15 juli 2000
# start of stop services
activate_services()
{
for service in $(echo $SERVICES) ; do
[ -x /etc/rc.d/init.d/$service ] && /etc/rc.d/init.d/$service $1
done
}
# usage
if [ $# = 0 ] ; then
echo "Gebruik: mnet <config name>"
echo "Voorbeeld: mnet office"
exit 1
fi
# controleer of de configuratie bestaat
if [ ! -e /etc/mobnet/$1.conf ]; then
echo "Deze configuratie bestaat niet."
exit 1
fi
# lees de configuratie in
. /etc/mobnet/$1.conf
# stel de hostnaam in
echo $HOSTNAME > /etc/HOSTNAME
/bin/hostname $HOSTNAME
# stel de nameserver(s) in
cat <<EOF > /etc/resolv.conf
# /etc/resolv.conf
search $SEARCH
nameserver $NAMESERVER
EOF
# stop voorgaande services, als die er zijn
if [ -f /etc/mobnet/services.prev ]; then
NEWSERVICES=$SERVICES
. /etc/mobnet/services.prev
activate_services stop
SERVICES=$NEWSERVICES
fi
if [ $1 != "none" ]; then
# stel de netwerkparameters in
cat <<EOF > /etc/sysconfig/network
NETWORKING=yes
FORWARD_IPV4=true
HOSTNAME=$HOSTNAME
DOMAINNAME=$DOMAINNAME
GATEWAY=$GATEWAY
GATEWAYDEV=eth0
EOF
cat <<EOF > /etc/sysconfig/network-scripts/ifcfg-eth0
DEVICE=eth0
IPADDR=$IPADDR
NETMASK=$NETMASK
NETWORK=$NETWORK
BROADCAST=$BROADCAST
ONBOOT=no
EOF
/bin/chmod +x /etc/sysconfig/network-scripts/ifcfg-eth0
# kopieer de andere configuratiebestanden
/bin/cp -f /etc/mobnet/hosts.$1 /etc/hosts
/bin/cp -f /etc/mobnet/smb.conf.$1 /etc/smb.conf
echo -n "Voeg de netwerkkaart in en druk op <enter> wanneer je zover bent: "
read
# OK, start nu de services
activate_services start
echo "SERVICES=\"$SERVICES\"" > /etc/mobnet/services.prev
else # het is niet gelijk aan "none"
cat <<EOF > /etc/sysconfig/network
NETWORKING=false
FORWARD_IPV4=false
HOSTNAME=$HOSTNAME
DOMAINNAME=$DOMAINNAME
EOF
/bin/rm -f /etc/sysconfig/network-scripts/ifcfg-eth0*
/sbin/ifconfig eth0 down
echo "SERVICES=$SERVICES" > /etc/mobnet/services.prev
echo "Nu kun je de kaart verwijderen."
exit 0
fi
# einde mnet.
Zoals ik al zei, het is grofweg en zelfs niet compleet:
het kan zijn dat andere bestanden zoals /etc/fstab,
/etc/exports, en /etc/printcap
afhankelijk kunnen zijn van het netwerk.
Denk aan netwerkprinters en NFS-shares. Pas deze kale oplossing
gerust aan, aan wat je nodig hebt.
Delen van het Internet
Een van de meest nuttige taken voor een Linux server. Thans worden de meeste
kant en klare kernels standaard met IP-firewalling, masquerading en
forwarding geactiveerd geleverd; raadpleeg de IP-Masquerade mini-HOWTO
als je twijfelt om te leren hoe je ze activeert. Installeer vervolgens
(kernels 2.0.x;
http://www.xos.nl/linux/ipfwadm/) of ipchains (kernels
2.2.x;
http://www.adelaide.net.au/~rustcorp/ipfwchains/ipfwchains.html
). Denk eraan kernelmodules voor de services
te activeren die je nodig hebt, b.v. voor ftp voeg je de volgende regel
toe aan /etc/rc.d/rc.sysconfig:
/sbin/modprobe ip_masq_ftp
Andere modules zijn gewoonlijk te vinden in
/lib/modules/KERNEL-VERSION/ipv4.
Het activeren van IP-masquerading voor andere machines op je lokale
netwerk is erg eenvoudig. Controleer als eerste de netwerk
initialisatiescripts (de lokatie is
/etc/sysconfig/network als het goed is) om te zien
of hier een regel in staat met de tekst
FORWARD_IPV4=true. Het wordt gebruikt om
/proc/sys/net/ipv4/ip_forward op 1 in te stellen
wanneer het netwerksubsysteem de lucht in gaat.
Voeg de volgende regels toe aan /etc/rc.d/rc.sysinit:
# default: pakketjes kunnen de buitenwereld niet bereiken
/sbin/ipfwadm -F -p deny
# sta alle machines op het lokale netwerk toe het Internet te bereiken
/sbin/ipfwadm -F -a m -S 192.168.1.0/24 -D 0.0.0.0/0
# als alternatief kan dit alleen op deze twee machines
# /sbin/ipfwadm -F -a m -S 192.168.1.100/24 -D 0.0.0.0/0
# /sbin/ipfwadm -F -a m -S 192.168.1.101/24 -D 0.0.0.0/0
Gebruik voor een kernel in de 2.2.x serie
ipfwadm-wrapper in plaats van
ipfwadm om snel van start te gaan. Meer informatie op
http://ipmasq.cjb.net.
Nu zul je vast iets willen om de clientmachines de ISP te kunnen laten
bellen; ik gebruik
Mserver (
http://cpwright.villagenet.com/mserver/). Bewerk
etc/mserver.conf; de enige regels die je aan zou
hoeven passen zijn ``checkhost'', ``shadow'', en ``cname''. Definieer
vervolgens je verbinding(en). Installeer uiteraard een geschikte client
op de client machines.
Beperken van toegang tot het netwerk
Stel dat je via PPP een verbinding maakt met het Internet. Zodra je
een verbinding hebt gelegd, zal je machine kwetsbaar zijn voor aanvallen.
Voeg dit toe aan /etc/hosts.allow:
# alleen toegang toestaan tot localhost
ALL: 127.
en dit in /etc/hosts.deny:
# ontzeg iedereen de toegang
ALL: ALL
Als je machine is aangesloten op een netwerk met directe toegang tot Internet,
kun je finger, telnet, en mogelijk nog andere services om beveiligingsredenen
beter deactiveren;
gebruik ssh inplaats van telnet. Het bestand dat je
hiervoor moet wijzigen is /etc/inet.conf.
Als alternatief kun je de toegang tot het netwerk beperken door het volgende
in /etc/hosts.allow te plaatsen:
in.telnetd: 192.168.1., .ander.vertrouwd.netwerk
in.ftpd: 192.168.1., .ander.vertrouwd.netwerk
en dit in /etc/hosts.deny:
in.telnetd: ALL
in.ftpd: ALL
NFS Exports
Het is gebruikelijk om homedirectory's op de server te exporteren;
er ontstaat een probleem als de UID en GID van een gebruiker niet
consistent zijn op verschillende machines. Als gebruiker
`guido' UID/GID = 500 heeft op server en UID/GID = 512
op client, dan is dit een comfortabele configuratie:
# /etc/exports
/tmp mijn.client.machine(rw)
/home/guido mijn.client.machine(rw,all_squash,anonuid=512,anongid=512)
Samba
Bijna alledaags, maar er is altijd wel iets te doen. Als je een verbinding
met Windows 98/NT clients op wilt zetten, denk je er dan aan de docs te
lezen en wanneer van toepassing clear text passwords te activeren? In de
distributie zijn .reg bestanden voor Win9x/NT/2000 opgenomen; als je clients
geen verbinding met de Linux server kunnen maken, laad ze dan op elke client.
Samba wordt geleverd met een tamelijk compleet voorbeeld van
/etc/smb.conf, maar vreemd genoeg ontbreekt hierin
een sectie waarin wordt getoond hoe verwijderbare media te mounten/unmounten.
De clausules preexec en postexec
doen de truuk:
[cdrom]
comment = CD-ROM
path = /mnt/cdrom
public = yes
read only = yes
; wellicht dat je "root preexec/postexec" moet gebruiken
preexec = mount /mnt/cdrom
postexec = umount /mnt/cdrom
Je weet wat Swat is, niet? Activeer het met deze regel in
/etc/inetd.conf:
swat stream tcp nowait.400 root /usr/sbin/swat swat
en dit in /etc/services:
swat 901/tcp
Herstart inetd met SIGHUP, en verwijs je browser naar
http://localhost:901.
Software Configuratie
We gaan de volgende configuratiebestanden aanpassen:
/etc/profile /etc/bashrc
.bashrc .bashrc .bash_profile .bash_logout
.inputrc .less .lessrc .xinitrc .fvwmrc .fvwm2rc95
.Xmodmap .Xmodmap.num .Xdefaults .jedrc .abbrevs.sl
.joerc .emacs . Voeg geen gebruikers toe totdat je de
systeemconfiguratie hebt voltooid; je plaatst de dot bestanden in
/etc/skel.
bash (1)
Het belangrijkste stukje software na de kernel. Om het functioneren van
bash aan te passen, zijn dit de belangrijkste te
bewerken bestanden:
/etc/bashrc bevat systeemomvattende aliassen en
functies;
/etc/profile bevat de systeemomvattende omgeving
en opstartprogramma's;
$HOME/.bashrc bevat gebruikersaliassen en
functies;
$HOME/.bash_profile bevat zaken omtrent de
gebruikersomgeving en opstartprogramma's;
$HOME/.inputrc bevat toetsdefinities en andere
bits.
Voorbeelden van deze bestanden worden hieronder getoond.
Ten eerste het belangrijkste:
/etc/profile. Het wordt gebruikt om een heleboel
features in je Linux box te configureren, zoals je zult zien in de
volgende secties. Kijk alsjeblieft uit bij omgekeerde aanhalingstekens!
# /etc/profile
# Systeemomvattende omgeving en opstartprogramma's
# Functies en aliassen staan in /etc/bashrc
# In dit bestand worden de volgende features en programma's ingesteld:
# path, prompts, een paar omgevingsvariabelen, colour ls, less,
# rxvt, functioneren van de backspace toets, xterm titel.
#
# Gebruikers kunnen deze instellingen overschrijven en/of anderen toevoegen
# in $HOME/.bash_profile
# ten eerste: root of gewone gebruiker? Stel PATH en umask
# dienovereenkomstig in. PATH wordt normaal ingesteld door login (1),
# maar wat als je de machine benadert via ssh?
if [ $(id -gn) = $(id -un) -a $(id -u) -gt 14 ]; then
umask 002 # gewone gebruiker
PATH="/usr/local/bin:/bin:/usr/bin:."
else
umask 022 # root
PATH="/sbin:/bin:/usr/sbin:/usr/bin"
fi
# Breidt nu het PATH uit.
PATH="$PATH:/usr/X11R6/bin:$HOME/bin:." # !!! Let op ./ !!!
# stel de gebruiker op de hoogte: login of geen login shell. Als het een
# loginshell is, dan is de prompt blauw, anders is de kleur magenta.
# De prompt van root is rood.
# Zie de Colour-ls mini HOWTO voor een uitleg van de escape codes.
USER=$(whoami)
if [ $LOGNAME = $USER ] ; then
COLOUR=44 # blue
else
COLOUR=45 # magenta
fi
if [ $USER = 'root' ] ; then
COLOUR=41 # red
PATH="$PATH:/usr/local/bin" # mijn keuze
fi
ESC="\033"
PROMPT='\h' # hostnaam
STYLE='m' # gewoon
# PROMPT='\u' # gebruikersnaam
# STYLE=';1m' # benadrukt
PS1="\[$ESC[$COLOUR;37$STYLE\]$PROMPT:\[$ESC[37;40$STYLE\]\w\\$ "
PS2="> "
# Ulimits: geen core dumps, max bestandsomvang 200 Mb.
ulimit -c 0 -f 200000
# een paar variabelen
USER=$(id -un)
LOGNAME=$USER
MAIL="/var/spool/mail/$USER" # sendmail, postfix, smail
# MAIL="$HOME/Mailbox" # qmail
NNTPSERVER=news.myisp.it # plaats hier die van jezelf
VISUAL=jed
EDITOR=jed
HOSTNAME=$(/bin/hostname)
HISTSIZE=1000
HISTFileSIZE=1000
export PATH PS1 PS2 USER LOGNAME MAIL NNTPSERVER
export VISUAL EDITOR HOSTNAME HISTSIZE HISTFileSIZE
# activeer colour ls
eval $(dircolors /etc/DIR_COLORS -b)
export LS_OPTIONS='-s -F -T 0 --color=yes'
# pas less aan
LESS='-M-Q'
LESSEDIT="%E ?lt+%lt. %f"
LESSOPEN="| lesspipe.sh %s"
LESSCHARDEF=8bcccbcc13b.4b95.33b. # toon kleuren in ls -l | less
# LESSCHARSET=latin1
PAGER=less
export LESS LESSEDIT LESSOPEN VISUAL LESSCHARDEF PAGER
# Je hebt dit wellicht nodig om de backspace toets in rxvt/xterm te corrigeren
stty erase ^H # alternatief: ^?
# stel de xterm titel in: volledig pad
case $TERM in
xterm*|rxvt)
PROMPT_COMMAND='echo -ne "\033]0;${USER}@${HOSTNAME}: ${PWD}\007"'
;;
esac
for i in /etc/profile.d/*.sh ; do
if [ -x $i ]; then
. $i # let op - variabelen en aliassen kunnen worden overschreven!
fi
done
# roep fortune aan als het beschikbaar is
if [ -x /usr/games/fortune ] ; then
echo ; /usr/games/fortune ; echo
fi
Dit is een voorbeeld van /etc/bashrc:
# /etc/bashrc
# Systeemomvattende functies en aliassen
# Omgevingsvariabelen gaan in /etc/profile
# Voeg hier PS1 definities in als je problemen ervaart
export CDPATH="$CDPATH:~"
# algemene aliassen
alias cp='cp -i'
alias l=less
alias ls="ls $LS_OPTIONS"
alias mv='mv -i'
alias rm='rm -i'
alias rmbk='/bin/rm -f .*~ *~ *aux *bak *log *tmp 2> /dev/null'
alias u='cd ..'
alias which="type -path"
alias x=startx
# Een paar handige functies
c () # cd naar de nieuwe directory en geef een listing van de inhoud
{
cd $1 ; ls
}
inst() # Installeer een .tar.gz archief in de huidige directory
{
if [ $# != 0 ]; then tar zxvf $1; fi
}
cz() # Geef een listing van de inhoud van een .zip archief
{
if [ $# != 0 ]; then unzip -l $*; fi
}
ctgz() # Geef een listing van de inhoud van een .tar.gz archief
{
for file in $* ; do
tar ztf ${file}
done
}
tgz() # Maak een .tgz archief a la zip aan.
{
if [ $# != 0 ]; then
name=$1.tar; shift; tar -rvf ${name} $* ; gzip -9 ${name}
fi
}
crpm() # toon informatie over een .rpm bestand
{
if [ $# != 0 ]; then rpm -qil $1 | less; fi
}
Dit is een voorbeeld van een .bashrc bestand:
# $HOME/.bashrc
# Lees globale definities in
if [ -f /etc/bashrc ]; then
. /etc/bashrc
fi
# Dit is nodig om de gebruiker op de hoogte te stellen dat hij zich in
# een niet-login shell bevindt
if [ "$GET_PS1" = "" ] ; then
COLOUR=45; ESC="\033"; STYLE=';1m'; # STYLE='m'
USER=$(whoami)
export PS1="\[$ESC[$COLOUR;37$STYLE\]$USER:\[$ESC[37;40$STYLE\]\w\\$ "
fi
# persoonlijke aliassen
alias backup='tar -Mcvf /dev/fd0'
alias dial='eznet up myisp'
alias f='cd ~/fortran'
alias hangup='eznet down'
alias lyx='lyx -width 580 -height 450'
alias restore='tar -M -xpvf /dev/fd0'
# persoonlijke functies
xj() # Start xjed en een bestand in de achtergrond op
{
xjed $1 &
}
Dit is een voorbeeld van een .bash_profile bestand:
# $HOME/.bash_profile
# Gebruikersspecifieke omgeving en opstartprogramma's
# Dit bestand bevat gebruikergedefinieerde instellingen die de instellingen
# in /etc/profile overschrijven
# Haal gebruikersaliassen en functies op
if [ -f ~/.bashrc ]; then
GET_PS1="NO" # de kleur van de prompt niet wijzigen
. ~/.bashrc
fi
# Stel een paar standaarddirectory's in
export CDPATH="$CDPATH:$HOME:$HOME/text:$HOME/text/geology"
Dit is een voorbeeld van een .inputrc bestand:
# $HOME/.inputrc
# toetsdefinities
"\e[1~": beginning-of-line
"\e[3~": delete-char
"\e[4~": end-of-line
# (F1 .. F5) are "\e[[A" ... "\e[[E"
"\e[[A": "info \C-m"
set bell-style visible # geen beep alsjeblieft
set meta-flag On # 8-bit invoer toestaan (d.w.z. geaccentueerde
# letters)
set convert-meta Off # strip geen 8-bits tekens
set output-meta On # toon 8-bit tekens correct
set horizontal-scroll-mode On # scroll lange opdrachtregels
set show-all-if-ambiguous On # nadat TAB is ingedrukt
Om de backspace en delete toetsen correct werkend te krijgen in
xterm en andere X11 applicaties, is het volgende ook
nodig:
plaats dit in .xinitrc:
usermodmap=$HOME/.Xmodmap
xmodmap $usermodmap
dan zal in .Xmodmap staan:
keycode 22 = BackSpace
keycode 107 = Delete
dit corrigeert de console. Ter correctie van xterm:
plaats je dit in .Xdefaults:
xterm*VT100.Translations: #override <Key>BackSpace: string(0x7F)\n\
<Key>Delete: string(0x1b) string("[3~")\n\
<Key>Home: string(0x1b) string("[1~")\n\
<Key>End: string(0x1b) string("[4~")\n\
Ctrl<Key>Prior: string(0x1b) string("[40~")\n\
Ctrl<Key>Next: string(0x1b) string("[41~")
nxterm*VT100.Translations: #override <Key>BackSpace: string(0x7F)\n\
<Key>Delete: string(0x1b) string("[3~")\n\
<Key>Home: string(0x1b) string("[1~")\n\
<Key>End: string(0x1b) string("[4~")\n\
Ctrl<Key>Prior: string(0x1b) string("[40~")\n\
Ctrl<Key>Next: string(0x1b) string("[41~")
rxvt is iets gecompliceerder, aangezien een aantal
opties die tijdens het compileren kunnen worden ingesteld, het functioneren
ervan beïnvloeden. Zie het bovenstaande bestand
/etc/profile.
Meer info in bash (1) en
readline (3) man pages.
Neem niet zomaar aan dat iedere toepassing correct werkt! Als je bijvoorbeeld
joe in xterm draait, dan werken
een aantal toetsen niet; hetzelfde geldt voor een aantal versies van
rxvt.
I18n
(Deze sectie is niet van toepassing voor lezers met Engels als moedertaal.)
A.l.a. ``internationalisatie''. Gasp. Dit lange woord betekent ``Linux
aanpassen aan je lokale conventies: taal, datumformaat, valuta, enz.''.
Alhoewel Red Hat zijn eigen methode heeft voor het instellen van i18n
(/etc/sysconfig/i18n), wil je wellicht slechts
in een aantal gevallen je taal activeren. Ikzelf activeerde i18n in
kdm (via kdmconfig) en
xfce, maar wil Engelse meldingen lezen wanneer ik
onder de console of xterm werk.
Bekijk deze regels eens:
LANG=it # kies je taal: fr, de, es, ...
LANGUAGE=it
LC_ALL=it
export LANG LANGUAGE LC_ALL
Als je ze invoegt in .xinitrc of
.xsession net voor de regel die de window manager start,
dan krijg je geïnternationationiseerde meldingen - waaronder die
in xterms gestart vanuit de window manager. Maar als je liever Engelse
meldingen krijgt, stel de taal dan in op ``en'' en plaats dezelfde regels
in .bash_profile.
ls (1)
ls kan directorylistings in kleur weergeven om
verschillende bestandstypes van elkaar te onderscheiden.
Om deze feature te activeren, heb je slechts een paar regels nodig in
/etc/profile zoals hierboven werd getoond. Dit werkt
echter niet bij oude versies van rxvt; gebruik in plaats
daarvan een variant van xterm. Het ziet ernaar uit dat
een aantal oude rxvt's een bug bevatten die voorkomen
dat de omgeving onder bepaalde omstandigheden niet juist worden geërfd.
less (1)
Met deze uitstekende pager kun je niet alleen door gewone tekstbestanden
bladeren, maar ook door met gzip gecomprimeerde, tar en zip archieven,
manpages, en wat je ook maar hebt. De configuratie ervan beslaat een paar
stappen
om het te gebruiken met de verplaatsingstoetsen, plaats je dit gewone ASCII
bestand .lesskey in je homedirectory:
^[[A back-line
^[[B forw-line
^[[C right-scroll
^[[D left-scroll
^[OA back-line
^[OB forw-line
^[OC right-scroll
^[OD left-scroll
^[[6~ forw-scroll
^[[5~ back-scroll
^[[1~ goto-line
^[[4~ goto-end
^[[7~ goto-line
^[[8~ goto-end
start vervolgens de opdracht lesskey. (Dit zijn
escape reeksen voor op vt100 gelijkende terminals.) Hiermee wordt een
binair bestand
.less aangemaakt met de toetsdefinities.
schrijf het volgende bestand weg als /usr/bin/lesspipe.sh:
#!/bin/sh
# Dit is een preprocessor voor 'less'. Het wordt gebruikt wanneer deze
# omgevingsvariabele is ingesteld: LESSOPEN="|lesspipe.sh %s"
lesspipe () {
case "$1" in
*.tar) tar tf $1 2>/dev/null ;; # Bekijk inhoud van .tar en .tgz bestanden
*.tgz|*.tar.gz|*.tar.Z|*.tar.z) tar ztf $1 2>/dev/null ;;
# Bekijk op correcte wijze gecomprimeerde bestanden
*.Z|*.z|*.gz) gzip -dc $1 2>/dev/null ;;
*.tar.bz2) bzip2 -dc $1 | tar tf - ;;
*.bz2) bzip2 -dc $1 2>/dev/null ;;
*.zip) unzip -l $1 2>/dev/null ;; # Bekijk archieven
*.arj) unarj -l $1 2>/dev/null ;;
*.rpm) rpm -qpil $1 2>/dev/null ;;
*.cpio) cpio --list -F $1 2>/dev/null ;;
*.1|*.2|*.3|*.4|*.5|*.6|*.7|*.8|*.9|*.n|*.l|*.man)
file $1 | grep roff > /dev/null
if [ $? = 0 ]; then
groff -Tascii -mandoc $1
fi ;;
*) file $1 | grep "te[sx]t" > /dev/null ;
if [ $? = 1 ] ; then # het is niet een of andere soort tekst
strings $1
fi ;;
esac
}
# toepassing op doelen van links, niet de links zelf
file $1 | grep symbolic > /dev/null
if [ $? = 0 ]; then
TARGET=$(file $1 | awk '{print $NF}')
lesspipe $TARGET
else
lesspipe $1
fi
maak het dan uitvoerbaar met chmod 755 lesspipe.sh.
plaats de variabelen die van invloed zijn op less in
/etc/profile.
Editor
Alleen de populairste zullen hier worden behandeld.
emacs (1)
Ik maak zelden gebruik van emacs, dus heb ik slechts
een paar tips voor je. Een aantal
emacs distributies worden niet voorgeconfigureerd
geleverd met kleuren en syntax highlighting. Plaats dit in
.emacs:
(global-font-lock-mode t)
(setq font-lock-maximum-decoration t)
Dit werkt alleen onder X11. Bovendien moet je om geaccentueerde tekens
te activeren, deze regel toevoegen:
(standard-display-european 1)
Ik laat het aan jou over om alle emacs documentatie
zorgvuldig door te lezen om erachter te komen hoe je het naar wens aanpast.
Het kan wellicht maanden hacking in beslag nemen. De Dotfile generator
(sectie ) kan daarbij een goede hulp zijn.
joe (1)
(Waarom joe gebruiken als jed zo
klein en krachtig is? Duh.)
Een aantal versies van joe werken niet met kleuren
onder de console, en ook werken een aantal speciale toetsen niet.
Een snelle en slordige (en onelegante) oplossing voor het eerste probleem is:
~$ export TERM=vt100
~$ joe myfile
(edit your file)
~$ export TERM=linux
Om de speciale toetsen werkend te krijgen, hoef je slechts het bestand
.joerc, .jstarrc of je favoriete
emulatie te bewerken; Je kunt beginnen bij de systeemomvattende configuratiebestanden in /usr/lib/joe. Zoek naar de vierde sectie
(key bindings). Dit activeert Home en End:
bol ^[ [ 1 ~ Ga naar het begin van de regel
eol ^[ [ 4 ~ Ga naar het einde van de regel
Je kunt achter de gewenste ESC reeksen komen door cat
te typen gevolgd door de speciale toetsen.
jed (1)
Dit is mijn favoriete editor: het doet wat ik nodig heb, het is lichter en
makkelijker te configureren dan
emacs, en het emulueert andere editors tamelijk goed.
Veel gebruikers bij mij op de universiteit gebruiken jed
om EDT te emuleren, VMS' systeemeditor.
De configuratiebestanden van jed zijn
.jedrc en /usr/lib/jed/lib/*; de
eerste kan worden aangepast vanuit jed.rc in de
laatstgenoemde directory.
als blijkt dat xjed de DEL toets niet herkent,
voeg dan de volgende regels toe aan .jedrc of verwijder
het commentaarteken voor de betreffende regels:
#ifdef XWINDOWS
x_set_keysym (0xFFFF, 0, "\e[3~");
setkey (``delete_char_cmd'', "\e[3~");
#endif
Je hoeft slechts een paar regels in .jedrc te
bewerken als je jed EDT
wilt laten emuleren. Als je het `+' op het numerieke
toetsenblok wilt gebruiken om woorden te verwijderen in plaats van een
enkel teken, dan voeg je het volgende toe aan .jedrc:
unsetkey("\eOl");
unsetkey("\eOP\eOl");
setkey("edt_wdel", "\eOl");
setkey("edt_uwdel", "\eOP\eOl");
na de regel met () = evalfile("edt") (of
iets dat daarop lijkt);
Voeg het volgende toe aan .Xmodmap om xjed het numerieke toetsenblok te laten gebruiken voor EDT
emulatie:
keycode 77 = KP_F1
keycode 112 = KP_F2
keycode 63 = KP_F3
keycode 82 = KP_F4
keycode 86 = KP_Separator
Het aanpassen van kleuren voor xjed wordt bewerkstelligd
door regels in .Xdefaults toe te voegen als:
xjed*Geometry: 80x32+150+50
xjed*font: 10x20
xjed*background: midnight blue
# enzovoort...
de ``feature'' afkortingen is een onschatbare tijdsbespaarder. Schrijf een
bestand als het volgende weg als
$HOME/.abbrevs.sl (je kunt deze naam wijzigen
door variable Abbrev_File = "/usr/lib/jed/abbrev.sl";
te plaatsen in .jedrc):
create_abbrev_table ("Global", "0-9A-Za-z");
define_abbrev ("Global", "GG", "Guido Gonzato");
create_abbrev_table ("TeX", "\\A-Za-z0-9");
define_abbrev ("TeX", "\\beq", "\\begin{equation}");
define_abbrev ("TeX", "\\eeq", "\\end{equation}");
% enzovoort...
en typ ESC x abbrev_mode om het te activeren.
Om de afkortingen standaard te activeren, voeg je de volgende regels toe aan
.jedrc:
define text_mode_hook ()
{
set_abbrev_mode (1);
}
%
define fortran_hook ()
{
set_abbrev_mode (1);
use_abbrev_table ("Fortran");
}
% enzovoort...
pine (1)
Bewerk de globale configuratie in /usr/lib/pine.conf,
waarbij je minimaal aandacht besteed aan de volgende velden:
user-domain, smtp-server, en
nntp-server. Het inbox-path
hangt af van je MTA: als je gebruik maakt van sendmail of
postfix, dan zal het
var/spool/mail/$USER zijn; bij gebruik van Qmail is het
/home/$USER/Mailbox (behalve root die gebruik maakt van
/var/qmail/alias/Mailbox.
minicom (1)
Gebruikers kunnen geen gebruik maken van minicom, tenzij
door root een globale configuratie is opgesteld. Denk er aan deze aan te maken.
efax (1)
Dit package is waarschijnlijk het makkelijkst voor het eenvoudig verzenden/
ontvangen van faxen. Je moet het script
/usr/bin/fax of
(mandrake) /etc/fax.config aanpassen;
makkelijk te doen, maar een paar eigenaardigheden bezorgden me flink wat
hoofdpijn:
om erachter te komen om je modem behoort tot klasse 1, 2 of 2.0 gebruik je
minicom of een vergelijkbaar programma om te opdracht
at+fclass=? uit te voeren. Het antwoord kan iets zijn als
0,1,2; 1 en 2 zijn de klassen die door je modem worden
ondersteund;
DIALPREFIX: de kans bestaat dat het eenvoudig plaatsen van een
`T' of
`P' in een aantal landen, waaronder in ieder geval
Italië, niet werkt. Gebruik daarvoor in de plaats
`ATDT' of `ATDP';
INIT en RESET: deze strings bevatten de initializers
`-i' en `-k', nodig voor
efax. Als je een AT opdracht toe wilt voegen, voeg het
dan toe aan de van toepassing zijnde string waarbij je
`AT' weglaat en de rest laat voorafgaan door
`-i' of `-k'.
Voorbeeld: om de opdracht `ATX3' toe te voegen aan
INIT, voeg je toe `-iX3'.
Er zijn een paar permissies die moeten worden gecorrigeerd om niet root
gebruikers faxen te laten verzenden en ontvangen. De directory's
/var/lock en
/var/spool/fax moeten beschrijfbaar zijn.
Hiervoor maak je een groep faxusers aan en voegt hier
gebruikers aan toe. Vervolgens typ je:
~# chown root.faxusers /var/lock
~# mkdir /var/spool/fax # als deze nog niet voorkomt
~# chown root.faxusers /var/spool/fax; chmod g+w /var/spool/fax
Als gewone gebruiker voer je uit newgrp faxusers voordat
je een fax verzendt.
Ghostscript
Dit belangrijke hulpmiddel brengt een moeilijkheid met zich mee.
Vanwege de welbekende exportbeperkingen in de USA, werkt het utility
pdf2ps niet met versleutelde .pdf bestanden.
Doet er niet toe: verwijs je browser naar
http://www.ozemail.com.au/~geoffk/pdfencrypt, download
het bestand pdf_sec.ps en vervang het bestand door
het bestand met dezelfde naam dat met de Ghostscript distributie wordt
meegeleverd.
TeX en gelijken
De ``root'' van een TeX systeem is de directory $TEXMF, wat
/usr/share/texmf is in teTeX; onder andere distributies
kan dit anders zijn (zoek op je systeem naar ``texmf'').
Normaal gesproken voeg je hier bestanden aan toe of bewerkt ze daar.
$TEXINPUTS uitbreiden
Om PostScript afbeeldingen of TeX bestanden op te nemen die in
subdirectory's voorkomen, is het handig om het zoekpad van TeX uit te breiden
zodat daar subdirectory's in worden opgenomen. Plaats deze opdracht in
.bash_profile:
export TEXINPUTS="$HOME/mylib::./figures"
wat maakt dat TeX zoekt in $HOME/mylib
voordat het de standaarddirectory's doorzoekt en
nadat het de directory
./figures doorzoekt.
Afbreekpatronen
Om het afbreekpatroon voor je taal te configureren, bewerk je het bestand
$TEXMF/tex/generic/config/language.dat, voer
vervolgens uit:
~# texconfig init ; texconfig hyphen
Verwijder de regel ``english'' niet, zelfs niet als je niets in de Engelse
taal schrijft; TeX kan niet zonder.
dvips (1)
Bewerk het bestand $TEXMF/dvips/config/config.ps om
dvips aan te passen. Velden betreffende de
standaardresolutie beïnvloeden ook het functioneren van
xdvi; mocht je hinderlijke pogingen ervaren dat
er elke keer je het draait fonts worden aangemaakt, plaats dan de regel
XDvi*mfmode:
in .Xdefault. Dit zou moeten helpen.
LaTeX Packages toevoegen
Extra LaTeX packages zijn beschikbaar vanaf je dichtsbijzijnde CTAN
(Comprehensive TeX Archive Network) mirrorsite, b.v.
ftp://ftp.dante.de/pub/tex. Pak het package uit onder
$TEXMF/tex/latex.
Start de opdracht latex
newstyle.ins of latex newstyle.dtx om een
.sty bestand aan te maken als deze niet voorkomt.
Voer vervolgens de opdracht texhash uit, zodat teTeX
het nieuwe package herkent.
Docbook
LaTeX is de beste keuze voor drukwerk, Docbook voor documenten in
meerdere formaten (Deze HOWTO is geschreven in Docbook.) Zodra je alle
tools op hun plek hebt, zul je wellicht eenvoudige scripts willen
gebruiken om de complexe opdrachtregel te vermijden. Als deze niet bij
de distributie worden geleverd, gebruik dan het volgende
db2pdf als sjabloon:
#!/bin/sh
if [ $# = 0 ]; then
echo "Gebruik: db2pdf <file.sgml> [file2.sgml ...]"
exit 1
fi
# Standaard Mandrake locatie:
DSSSL=/usr/share/sgml/docbook/dsssl-stylesheets-1.57/print/docbook.dsl
# Standaard RedHat locatie:
# /usr/lib/sgml/stylesheets/nwalsh-modular/print/docbook.dsl
if [ ! -f $DSSSL ]; then
DSSSL=$(find /usr/ -name "docbook.dsl" | grep print)
fi
for FILE in $*
do
NAME=$(echo $FILE | awk -F'.' '{print $1}')
echo "Processing $FILE..."
jade -t tex -d $DSSSL $NAME.sgml
pdfjadetex $NAME.tex
done
# Einde van db2pdf
Als je bemerkt dat de PostScript of .PDF bestanden er erg slecht uitzien,
hack dan dbparams.dsl. Op mijn Mandrake systeem,
is het te vinden in
/usr/share/sgml/docbook/dsssl-stylesheets-1.57/print/.
Voorkom PPProblemen!
Ik neem hierbij aan dat in je kernel ondersteuning voor PPP + TCP/IP is
gecompileerd, dat loopback is geactiveerd en dat je het package
pppd correct hebt geïnstalleerd, en naar wens
setuid root ingesteld. Uiteraard moet je ISP PPP ondersteunen.
Er zijn nu twee manieren om PPP werkend te krijgen: a) handmatige configuratie,
en b) een configuratieprogramma dat het automatisch herkent. Welke optie
je ook kiest, zorg dat je de volgende informatie bij de hand hebt:
het telefoonnummer van je ISP;
de naam van je ISP, het adres van de mail- en newsserver;
het domein van je ISP;
je gebruikersnaam en wachtwoord.
Een handmatige configuratie is een saai werkje. Het heeft te maken met
het bewerken van bestanden en schrijven van scripts; niet al te veel werk,
maar je maakt makkelijk fouten en nieuwkomers voelen zich vaak
geïntimideerd. De PPP-HOWTO is er voor je. Als alternatief bestaan
er tools die je om bovenstaande informatie vragen en al het werk voor je
doen.
In Gnome en KDE zijn respectievelijk gnome-ppp en
kppp opgenomen welke eenvoudig genoeg zijn in te stellen.
Als alternatief raad ik je aan eens te kijken naar een paar op tty
gebaseerde tools, zoals wvdial en
eznet. Je geeft ze het telefoonnummer van je ISP,
je gebruikersnaam, je wachtwoord en het werkt.
De homepages van deze tools zijn te vinden op
http://www.worldvisions.ca/wvdial en
http://www.hwaci.com/sw/eznet.
Beiden zijn uitstekend, maar ik geef de voorkeur aan de laatste.
Snelstart met eznet
Maak als eerste als volgt /etc/resolv.conf aan:
nameserver w.x.y.z
waar je het adres van de nameserver van je ISP invoegt. Om een account aan
te maken met eznet, voer je de volgende opdracht uit:
#~ eznet add service=YOUR_ISP user=NAME password=PASSWORD phone=PHONE
waarmee het bestand /var/eznet/eznet.conf, wordt
aangemaakt met als eigenaar
root.root met de permissies 600; chmod het naar 666 als je wilt dat het
voor iedereen leesbaar is. Bel nu je ISP met
eznet up JE_ISP. Als de modem blijft wachten op de
beltoon en het geen verbinding maakt, probeer dan eens deze opdracht:
#~ eznet change JE_ISP init0=atx3
De opdracht om op te hangen is eznet down.
Dat is alles!
Snelstart met wvdial
De setup van wvdial is zelfs nog korter. Typ
wvdialconf /etc/wvdial.conf. Bewerk dan het
resulterende bestand zodanig dat je gebruikersnaam, wachtwoord en
telefoonnummer er in worden opgenomen. Probeer het uit met
wvdial, en duimen maar. Om op te hangen gebruik je
Ctrl-C.
POP Client
Om je mail op te halen vanaf een POP3 server, heb je een POP-client nodig.
Meestal vereisen dergelijke clients dat je een MTA zoals
sendmail, qmail of
postfix draait; wat overbodig voor een eenvoudige
machine. Er zijn echter clients die zonder MTA werken.
De eerste soort wordt goed vertegenwoordigd door
fetchmail; de tweede door fetchpop
of frenchie. Sites:
ftp://metalab.unc.edu/pub/Linux/system/mail/pop,
http://www.lowcountry.com/~jscottb/tcltk.shtml.
Om deze clients te configureren:
fetchpop: de eerste keer dat je het draait, zul je
om wat informatie worden gevraagd. Beantwoord de vragen en klaar is kees.
fetchpop moet worden gebruikt met de switch
-r als je POP3-server de opdracht LAST niet juist
implementeert.
frenchie: als hierboven, bewerk
/.frenchie/frenchierc;
fetchmail: pas het volgende voorbeeld van
.fetchmailrc aan:
# $HOME/.fetchmailrc
poll mbox.myisp.com with protocol pop3;
user john there with password _Loo%ny is john here
Een gebruiker meldde dat het toevoegen van ``smtphost localhost'' aan de
tweede regel de performance drastisch verbeterde.
Je moet de permissies van dit bestand instellen met de opdracht
chmod 600 .fetchmailrc, anders zal
fetchmail terecht weigeren op te starten. Dit voorbeeld
is zeer fundamenteel; er zijn eindeloze configuratiemogelijkheden.
Kijk maar eens op
http://www.ccil.org/~esr/fetchmail.
Basis Mail Filtering
Wellicht dat je jezelf wilt beschermen tegen spam of zeer omvangrijke
mailberichten. Er zijn twee situaties:
1) permanente verbinding met het net, 2) een POP link. In het eerste geval
kun je een .procmailrc bestand schrijven, terwijl je
in het tweede geval tools kunt gebruiken die de mail controleren voordat je
ze ophaalt.
Een zeer simpel .procmailrc waarin een paar regels
worden gedefinieerd:
# $HOME/.procmailrc
MAILDIR=$HOME/mail # make sure it exists
# Sla berichten gericht aan de "foo" mailing list op in $HOME/mail/foo
:0
* ^To:.*foo
foo
# Verwerp berichten die niet expliciet naar mij of iemand van de mailing list
# waarop ik me heb ingeschreven, zijn gezonden.
:0
* !^TO(guido|jed|lugvr|ldp|nobody)
/dev/null
# ditto, voor meldingen groter dan 50k.
:0
* > 50000
/dev/null
man procmailex voor meer voorbeelden.
POP gebruikers willen wellicht gebruik maken van poppy,
een handig Perl-script voor het controleren van de mail voordat het wordt
opgehaald. Haal het op vanaf
ftp://metalab.unc.edu/system/mail/pop.
X Window Systeem (XFree86)
Instellen van de X-Server
Kom op, het is niet meer zo moeilijk als het ooit was... In alle distributies
is een tool opgenomen om X11 in te stellen (b.v.
XConfigurator, sax,
XF86Setup, of toch op z'n minst
xf86config). Tegenwoordig gaat de configuratie van X
vrijwel automatisch, maar een paar videokaarten kunnen je hoofdpijn
bezorgen.
Kijk als eerste op de XFree86 site (
ftp://metalab.unc.edu/system/mail/pop) of je
videokaart wordt ondersteund. Probeer deze procedure als je kaart wordt
ondersteund:
installeer de gewone VGA-server:
ga naar
ftp://ftp.XFree86.org/pub/XFree86/current/binaries, cd
naar de juiste Linux subdirectory, en download de archieven
X_version_bin.tgz,
X_version_set.tgz, en alle servers. Tussen al
deze programma's bevindt zich in het eerste archief het meeste
bijgewerkte programma SuperProbe;
pak X_version_bin.tgz uit in een tijdelijke
directory, cd naar deze directory, en start
./SuperProbe. Als je videokaart wordt herkend,
dan bestaat de kans dat je het in kunt stellen. Anders, pech gehad;
installeer de servers en X_version_set.tgz vanuit
/usr/X11R6/, start vervolgens
XF86Setup op.
Bij mij heeft dit altijd gewerkt, maar het kan zijn dat het voor jou
niet geldt. De meeste keren zal X11 niet op willen starten omdat je de
onjuiste specs voor je monitor koos! Begin met conservatieve instellingen,
d.w.z. 800x600 met 256 kleuren, en verhoog het dan langzamerhand.
Waarschuwing: deze bewerkingen zijn niet zonder
gevaar en je monitor kan er door worden beschadigd!
Als je kaart niet wordt ondersteund, dan kun je: 1) wachten op een volgende
versie van XFree86; 2) een commerciële X-server kopen; 3) een
ondersteunde videokaart kopen.
De X opstartreeks
Er zijn twee manieren om X11 op te starten: vanaf de console via
startx, of direct via /etc/inittab.
Toetsenblok
We hebben gezien hoe we een paar speciale toetsen werkend kregen. Het
voorbeeldbestand .Xmodmap werkt goed als je Xjed wilt
gebruiken, maar het maakt het toetsenblok onbruikbaar. Je hebt in dat geval
een ander configuratiebestand nodig, wat we .Xmodmap.num
zullen noemen:
! Definities zijn te vinden in <X11/keysymdef.h
keycode 77 = Num_Lock
keycode 112 = KP_Divide
keycode 63 = KP_Multiply
keycode 82 = KP_Subtract
keycode 86 = KP_Add
keycode 79 = KP_7
keycode 80 = KP_8
keycode 81 = KP_9
keycode 83 = KP_4
keycode 84 = KP_5
keycode 85 = KP_6
keycode 87 = KP_1
keycode 88 = KP_2
keycode 89 = KP_3
keycode 90 = KP_0
keycode 91 = KP_Decimal
Zorg dat in /etc/X11/XF86Config de volgende drie
regels niet zijn opgenomen:
ServerNumLock
Xleds
XkbDisable
en wanneer ze er wel in staan, plaats er dan een commentaarteken voor.
Om het toetsenblok te reactiveren, geef je de opdracht
xmodmap .Xmodmap.num.
Grafische login met xdm
Om te worden begroet door een grafische login, bewerk je het bestand
/etc/inittab, waarin en regel als de volgende moet
worden opgenomen:
x:5:respawn:/usr/bin/X11/xdm -nodaemon # ookwel kdm of gdm
waar de 5 staat voor het runlevel corresponderend met X11. Pas de regel aan
waarin het standaard runlevel wordt gedefinieerd,
(gewoonlijk 2 of 3) waarbij je het wijzigt zoals in:
id:5:initdefault:
Het aantal kleuren wordt opgegeven in
/etc/X11/xdm/Xserver:
:0 local /usr/X11R6/bin/X :0 -bpp 16 vt07 # eerste X server, 65k kleuren
:1 local /usr/X11R6/bin/X :1 -bpp 32 vt08 # tweede X server, ware kleuren
Wanneer .xinitrc reeds op je systeem voorkomt, kopieer je
het naar .xsession en maak je dit laatste bestand
uitvoerbaar met chmod +x .xsession. Geef nu de opdracht
telinit 5 en klaar is kees.
Window Manager
Als X eenmaal werkt, zijn er eindeloze configuratiemogelijkheden; het
hangt af van de window manager die je gebruikt, er zijn er tientallen om
uit te kiezen. Meestal komt het allemaal neer op het wijzigen van
één of meer ASCII-bestanden in je homedirectory; in andere
gevallen hoef je helemaal niets te bewerken, en gebruik je een applet of
slechts een menu.
Een aantal voorbeelden:
de fvwm familie: kopieer
/etc/X11/fvwm/system.fvwmrc (of vergelijkbaar) naar je
home, blader erdoor heen en begin te experimenteren. Wellicht dat je heel
wat tijd zult verspillen voordat je de precieze look en feel krijgt die je
wilt;
WindowMaker: er zijn verscheidene
configuratiebestanden voor die te vinden zijn onder
$HOME/GNUstep, en er is een te gek configuratie-applet;
KDE, Gnome,
xfce en anderen: hier valt niets handmatig
te bewerken, alles kan worden uitgevoerd via het menu.
Samengeval: als je het niet erg vindt, een configuratiebestand te bewerken,
kies dan iets als icewm, fvwm*,
blackbox enz; als je dat wel erg vindt, is de keuze
thans beperkt tot KDE, Gnome, WindowMaker en Xfce. Email me als ik ernaast
zit.
Het is van belang dat je een goed .xinitrc bestand
hebt. Een voorbeeld:
#!/bin/sh
# $HOME/.xinitrc
usermodmap=$HOME/.Xmodmap
xmodmap $usermodmap
xset s noblank # zet de schermbeveiliging uit
xset s 300 2 # start de schermbeveiliging na 5 min
xset m 10 5 # stel de mouse acceleratie in
rxvt -cr green -ls -bg black -fg white -fn 7x14 \
-geometry 80x30+57+0 &
if [ "$1" = "" ] ; then # default
WINMGR=wmaker
else
WINMGR=$1
fi
$WINMGR
Alhoewel het strict genomen niet noodzakelijk schijnt te zijn, maak je het
uitvoerbaar met chmod +x .xinitrc.
Het bestand .xinitrc van hierboven laat je de
window manager kiezen: probeer eens
$ startx startkde # of een andere w.m.
Standaardwaarden voor X11 Apps
Zoek uit waar de app-defaults directory is (het
zou /usr/X11R6/lib/X11/app-defaults moeten zijn).
Hier bewaren verscheidene applicaties een configuratiebestand.
Lettertypen toevoegen
Recente versies van XFree86 (laten we zeggen > 3.3.4) maken gebruik van een
X Font Server welke PostScript Type 1 en True Type fonts van nature
ondersteunen, dus kun je de rijkdom aan beschikbare lettertypen op het net
gebruiken. Hier is een simpel te volgen procedure:
Veronderstel dat je een Type 1 lettertypeverzameling downloadde, zoals b.v.
Freefont (
ftp://ftp.gimp.org/pub/gimp/fonts/freefonts-0.10.tar.gz
). Om het zichtbaar te maken voor de fontserver, pak
je het archief uit in /usr/X11R6/lib/X11/fonts/.
Bewerk dan /etc/X11/fs/config, voeg een regel toe voor
de nieuwe directory en herstart de fontserver.
Wanneer je een eigen lettertypeverzameling samenstelt, dan moet je de
bestanden fonts.dir en fonts.scale
toevoegen; het hulpmiddel waarmee je deze bestanden aan kunt maken is
type1inst, beschikbaar vanaf
http://http://goblet.anu.edu.au/~m9305357/type1inst.html
.
Net als bij de True Type lettertypen, groepeer je ze in een directory
naar keuze en maak je fonts.dir aan met
ttmkfdirfonts.dir, opgenomen in het Freetype archief;
http://www.freetype.org
. Ga dan verder zoals hierboven beschreven. Als je
bijvoorbeeld de Windows fonts wilt, die je reeds hebt in stel
/mnt/win/windows/fonts, ga dan naar die directory,
start ttmkfdir, bewerk
/etc/X11/fs/config en herstart de fontserver.
Het begon allemaal met de oorspronkelijke True Type X font server:
http://http://www.dcs.ed.ac.uk/home/jec/programs/xfsft/
.
Gebruikersconfiguratie
Wanneer je klaar bent met het bewerken van de dot bestanden, kopieer ze dan naar
/etc/skel zoals te zien in sectie
.
Aanmaken van .rpms
rpm is zo'n prachtige methode om packages onder
beheer te houden dat ik met weerzin .tar.gz archieven installeer, behalve
in slechts een paar speciale gevallen (b.v., beveiliging).
Als je ooit een tarball installeert, overweeg het dan om te zetten in een
.rpm archief, en herinstalleer het dan; raadpleeg de RPM HOWTO. Het is
bovendien aan te raden om het volgende in /etc/rpmrc
te plaatsen als je gebruik maakt van recente gcc
versies:
optflags: i386 -O2 -mpentiumpro
Upgraden
Als je je machine upgrade, maak dan zoals gewoonlijk een backup en denk
eraan wat extra bestanden te bewaren. Een aantal daarvan zouden kunnen zijn
/etc/X11/XF86Config,
/usr/bin/fax, alles in
/usr/local, de kernelconfiguratie, de gehele
/etc directory, en alle mail in
/var/spool/mail.
Dan is het tijd de applicaties te upgraden (in zeldzame gevalllen te
downgraden!) waarmee je distributie wordt geleverd en om extra
packages toe te voegen. Houd hiervan een lijst bij.
Configuratie Software + Docs
Er zijn verscheidene programma's die ervoor zorgen dat Linux eenvoudig
is op te zetten en configureren. Een aantal daarvan zijn zo onderhand
standaards geworden: Red Hat, Caldera en andere distributies worden
geleverd met applicaties zoals setup,
printtool, netcfg,
usertool, enz, terwijl S.u.S.E. wordt geleverd
met een uitgebreid configuratieprogramma genaam Yast. Anders nuttige
programma's zijn:
De Dotfile Generator: een prima
X applicatie met modules om packages te configureren zoals
emacs, bash,
procmail en meer. De homepage ervan is te vinden op
http://www.imada.ou.dk/~blackie/dotfile;
Linuxconf: het ultieme configuratie
hulpmiddel. Het kan alles, zowel onder console als onder X.
Ga ogenblikkelijk naar
http://www.solucorp.qc.ca/linuxconf.
Documenten over Linux configuratie duiken overal op. Een van de meest
complete is TrinityOS,
http://www.ecst.csuchico.edu/~dranch/LINUX/index-linux.html
. Val de auteur ermee lastig dat hij het document in
fraaiere formaten omzet.
Een leuke en goede pagina is
http://dotfiles.com. Precies wat het zegt - een
verzameling configuratiebestanden.
Het einde
Copyright
Copyright (c) door Guido Gonzato, ggonza at tin.it.
Dit document mag alleen worden gedistribueerd onder de termen en
voorwaarden uiteengezet in de LDP-licentie op
http://www.linuxdoc.org/COPYRIGHT.html, behalve
dat dit document niet in aangepaste vorm mag worden gedistribueerd
zonder medeweten van de auteur.
Raadpleeg alsjeblieft voor vragen de homepage van het
Linux Documentatie Project
http://www.linuxdoc.org.
Feedback
Misschien zelfs meer dan voor andere HOWTO's, verwelkomt deze je
suggesties, kritiek en bijdragen. Feedback is niet alleen welkom:
het is noodzakelijk. Als je denkt dat er iets in ontbreekt of er
fouten in staan, email me dan alsjeblieft. Als je een andere distributie
hebt dan Red Hat/Mandrake en je configuratiebestanden zijn anders
of in andere directory's geplaatst, vertel me dit dan alsjeblieft
zodat ik je tips in kan voegen. Mijn doel is het leven met Linux
er zo makkelijk mogelijk op te maken.
Er zijn voor Linux een enorm aantal packages, dus is het onmogelijk voor
al deze packages aanwijzingen op te nemen. Houd je verzoeken/suggesties
alsjeblieft beperkt tot de ``meest redelijke'' programma's. Ik laat het
aan je gezond verstand over.
Disclaimer
Dit document wordt geleverd zoals het is. Ik heb er veel moeite voor gedaan
om dit zo accuraat mogelijk te beschrijven, maar je gebruikt de informatie
hierin op eigen risico. In geen gevaal zal ik aansprakelijk zijn voor
enige schade resulterend uit het gebruik van dit werk.
Veel dank aan alle andere HOWTO auteurs en manpage schrijvers/beheerders,
wiens werk ik schaamteloos heb ontfutseld; en aan alle mensen die me
voorzagen van feedback.
Ik hoop echter dat je dit werk van nut vindt. Wanneer ik een nieuwe
Linux box installeer, vind ik dat in elk geval wel...
Veel plezier,
Guido =8-)